DIRTY FIVE - TRAVELLING SHOES

Het was een jaar of drie geleden dat we kennis maakten met een toen nog niet zo lang opgerichte band uit het Brugse, die een live-plaatje uit had, met alleen maar covers erop. Dat werd hier behoorlijk goed ontvangen, al misten we wat origineel werk. Vandaag zijn de vijf er terug en zie, we worden op onze wenken bediend: een nieuwe CD met acht originals, die dan nog aaneenhangen ook: de plaat vertelt het verzonnen, maar daarom niet onmogelijke verhaal van Johnny Browneyes; die valt helemaal voor een vrouw. Hij is bereid alles op te geven om zijn leven met haar te kunnen delen, maar, zoals het hoort in een land waar de blues nogal omnipresent is, blijkt zij iets minder trouw te zijn dan hij gehoopt had -zijn vrienden hadden hem nochtans gewaarschuwd. Gevolg: Johnny voelt de drang tot reizen weer opkomen, trekt zijn oude stapschoenen aan, recht zijn stilaan kromme rug en gaat weer op pad.

Het zal wel niet helemaal toevallig zijn dat Johnny Browneyes in het Vlaams klinkt als Jan Bruynooghe: hij is de man die bij de Dirty 5 de zang voor zijn rekening neemt en één van de gitaren bespeelt. De andere gitarist heet Stefan Gulinck en de twee samen bezitten een heel stijlenarsenaal, waarin de blues wel het cement is, maar waarin ook hele lappen soul, funk en rock doorklinken. Dat levert, zeer zeker in samenhang met de percussieklanken van Jean-Marc Ghesquière en de bas van Wolf Everaert een heel interessante klank op, waarin de door mij erg geliefde potten-en-pannen”-aanpak van Los Lobos als Tom Waits doorschemeren. De enige cover van de plaat is trouwens die van het afsluitende “Way Down In The Hole” van Waits en die vind je achter bijgaande Youtube-link. Ook in “Big Devil” komt Waits, via een verwijzing naar “Pony” uit “Mule Variations” trouwens nog eens om de hoek kijken. Enfin, zo interpreteer ik de dingen toch.

Eer je daar aan toe bent, krijg je in een half uurtje en acht songs een bijzonder aangename staalkaart van wat Dirty 5 vandaag voorstellen: een bluesband-van-oorsprong, met de wortels diep in het Amerikaanse zuiden geplant en met een verhaal dat behoorlijk stevig ineen zit, al zijn een aantal van de ingrediënten wet te verwachten en voorzien: drank, véél drank, katers -erg zware-, eindeloze zoektochten om uiteindelijk tot het besef te komen dat het onderweg zijn belangrijker is dan het “ergens aankomen”.

Ik heb tot nu toe met geen letter gerept over het harmonicaspel van Thomas Vandenabeele en dat deed ik opzettelijk: die man is namelijk erg goed bezig om de richting van Steven De Bruyn uit te gaan, wat wil zeggen dat hij technisch erg onderlegd is, maar dat je nu al de neiging bij hem voelt opkomen om de mogelijkheden van de kleine smoelschuif tot behoorlijk over de gebruikelijke grenzen uit te breiden en te verkennen. Hij is voor mij dé verrassing van deze band -waarmee ik uitdrukkelijk niks negatiefs over de andere muzikanten wil zeggen: die klinken bijzonder hecht en overtuigend, maar de mondharmonica is de saus die deze op zich al bijzonder smakelijke stoofschotel werkelijk top maakt. Ik zal wel weer de enige zijn, maar voor mij is “Don’t Like Your Mule” dé song van deze plaat: die kan zo op de radio en aldus mee zorgen voor een wat grotere bekendheid van deze fijne band, die met deze plaat de status “beloftevol” van zich af schudt.

Ik heb het gevoel dat de grote podia wenken voor dit vijftal dat de komende weken nog aan het werk te zien is in iets kleinere zaaltjes. Ik ga alvast kijken, voor het allemaal uit zijn voegen barst, iets wat ik deze heren van harte toewens.

(Dani Heyvaert)


Artiest info
Website  
 

video